De Rekenkamer Almelo heeft onderzocht hoe de gemeente plannen maakt en uitvoert. Daaruit komt naar voren dat er veel goed gaat, maar dat er ook belangrijke verbeteringen nodig zijn.
Wat gaat goed
De plannen die de gemeente maakt zijn vaak duidelijk en netjes uitgewerkt. Ook wordt er regelmatig gekeken hoe beleid past bij andere onderwerpen, en inwoners en organisaties worden vaak goed betrokken.
Waar het misgaat
Toch zijn er flinke punten van kritiek. Er is geen vaste manier van werken: elk plan wordt weer anders opgezet. De gemeenteraad, die juist moet controleren, heeft vaak een onduidelijke rol en krijgt soms te weinig informatie. Ook gebeurt het regelmatig dat plannen niet goed worden uitgevoerd of dat dit moeilijk te volgen is.
Een groot probleem is dat beleid bijna nooit goed wordt geëvalueerd. Er wordt dus weinig gekeken wat er van de plannen terechtkomt en of er iets moet worden aangepast. Daardoor gaan leermomenten verloren.
Belangrijkste conclusie
De Rekenkamer trekt de conclusie dat de gemeente geen vaste manier van werken heeft en dat de rol van de gemeenteraad vaak onduidelijk is. Ook blijkt dat er te weinig aandacht is voor monitoring en evaluatie. Verder worden hulpmiddelen en methoden nauwelijks gebruikt en zijn de resultaten die de gemeente wil bereiken vaak niet concreet genoeg.
Adviezen
De Rekenkamer adviseert het college om een standaard werkwijze in te voeren en vaker hulpmiddelen te gebruiken bij het maken van plannen. Ook moet de gemeente altijd vooraf bedenken hoe ze gaat controleren of een plan werkt, en daar later ook echt op terugkomen.
Voor de gemeenteraad ligt er de taak om beter vast te leggen welke informatie ze nodig heeft en om de uitvoering en evaluatie van beleid beter in de gaten te houden. Zo kan de raad echt sturen en controleren.
