Architect Sanne van Manen ziet kansen in wat er al staat. “De oplossing ligt voor het oprapen,” zegt ze. Ook Almelo, Aadorp en Bornerbroek kunnen hiervan profiteren.
Bouwen zonder metselen
Nederland kampt met een groot woningtekort, maar volgens architect Sanne van Manen van Platform Woonopgave hoeft er niet eindeloos gebouwd te worden. Zij stelt dat er miljoenen extra woningen kunnen ontstaan zonder één nieuwe baksteen te metselen — als we slimmer omgaan met bestaande gebouwen.
4 miljoen extra
Volgens Van Manen kunnen er binnen de huidige bebouwing wel vier miljoen extra woningen worden gerealiseerd. Een miljoen daarvan past zelfs binnen panden die al bestaan, en nog eens drie miljoen in wijken uit de jaren zeventig en tachtig, waar ruimte is om te splitsen of uit te breiden.
Minder slopen, meer sparen
Veel mensen, vooral ouderen, wonen ruim in gezinswoningen die eenvoudig te verdelen zijn in twee kleinere huizen. Ook kunnen bestaande gebouwen vaak een extra woonlaag krijgen. Leegstaande kantoren, oude scholen of bovenverdiepingen van winkels bieden nog eens duizenden vierkante meters woonruimte. En wie minder sloopt, behoudt niet alleen karakter, maar spaart ook grondstoffen. “De duurzaamste woning is de woning die er al staat,” benadrukt Van Manen.
Meer regie voor gemeenten
De architect wijst erop dat grootschalige nieuwbouw steeds lastiger wordt door stikstofregels, een overbelast elektriciteitsnet en trage procedures. Daarom pleit ze voor creativiteit en maatwerk, met meer regie van gemeenten. “We moeten anders leren kijken,” zegt ze. “De oplossing ligt voor het oprapen in ons bestaande Nederland.”
Ongebruikte ruimte
Ook Almelo en omliggende dorpen als Aadorp en Bornerbroek kunnen hier veel van leren. In Almelo zijn tal van woningen uit de jaren ’70 en ’80 geschikt om te splitsen of uit te breiden. Boven winkelpanden in de binnenstad (wie er op let, ziet het) ligt vaak ongebruikte ruimte die omgebouwd kan worden tot appartementen of studio’s. En in Aadorp en Bornerbroek zouden oude boerderijen en schuren een tweede leven kunnen krijgen als woningen of zorgplekken.
Zo kan de regio groeien zonder extra druk op de natuur of het elektriciteitsnet, en met respect voor de Twentse mentaliteit: zuinig zijn op wat je hebt, en daar iets moois van maken.
