1. Wat heeft u ertoe bewogen om uitvaartleider te worden, en welke rol speelt Almelo daarin?
“Eigenlijk ben ik er ingerold, ik heb eerst de opleiding tot verpleegkundige A gevolgd en daarna werkloos geworden. Dit speelde zich af in Enschede. Via een kennis van mij, die was drager bij uitvaarten, ben ik voorgesteld aan een uitvaartnemer in Enschede om ook drager te worden. Ik was niet alleen drager, maar ook rouwauto chauffeur en hielp bij het overbrengen en verzorgen van overledenen. Dit was in 1986, na een jaar zo gewerkt te hebben, ben ik opgeleid tot uitvaartleider omdat ik interesse toonde in dit mooie beroep”.
2. Hoe zorgt u ervoor dat een uitvaart écht persoonlijk en passend wordt voor de nabestaanden?
“Het hoofdvak in de uitvaartverzorging is je gevoel voor de medemens, het empathisch vermogen wat je moet bezitten. Goed luisteren wat familie wil, of wat de persoon die overleden is wilde. Heeft de familie speciale wensen en het is goed uitvoerbaar, dan gaan we dat regelen. Vaak dragen we ook ideeën aan, op basis van wat de familie vertelt over de overledene. Wat deze persoon deed, leuk vond, hobby’s etc. Daar proberen we bij aan te haken met voorstellen. Maar persoonlijk wil vooral zeggen, persoonlijk in de omgang met de nabestaanden. Weten met wie je te maken hebt en wat je voor die mensen kunt betekenen”.
3. Welke trends of veranderingen in de uitvaartwereld merkt u de laatste jaren het meest op?
“Je ziet steeds minder begrafenissen, minder kerkdiensten. Ook wordt de uitvaart minder formeel. De hoge hoed draag ik nog maar zelden en het plakje cake bij de koffie is ook bijzonder geworden. Dat is vaker een uitgebreidere koffietafel of zelfs een wijntje. Er is iets meer aandacht voor natuurbegraafplaatsen en ecologische materialen. Maar op zich zijn er in het oosten van het land weinig echte nieuwe trends of grote veranderingen. In grote lijnen zijn de meeste uitvaarten hetzelfde, uitzonderingen daargelaten, maar je hebt iedere keer weer te maken met een andere familie, met een eigen verhaal. Dat is wat het beroep zo boeiend maakt. Je ontmoet een familie op een heel kwetsbaar moment zo vlak na een overlijden en wij bieden onze hulp aan om er een ‘mooi’ afscheid van te maken.”.
4. Wat is voor u het meest bijzondere of waardevolle moment dat u tijdens een uitvaart heeft meegemaakt?
“Er zijn zoveel bijzondere en waardevolle momenten geweest, dat het lastig is om er een uit te pikken. Ik heb vaak met tranen gestaan. Zowel van emotie, als ook van het lachen. Ik heb nabestaanden regelmatig stevig geknuffeld na afloop, omdat we zo’n intensieve tijd gedeeld hebben en we elkaar zo goed hebben leren kennen. Ik heb mensen gezien in hun meest kwetsbare moment. Vaak heel verdrietig, soms boos of bang en soms opgelucht. Maar zelden onaangedaan. Waardevol voor mij is wanneer ik van nabestaanden te horen krijg dat ze meer dan tevreden zijn over hoe het afscheid verlopen is. Dat is waar ik voor leef”.
5. Hoe begeleidt u families in de emotionele periode na het overlijden van een dierbare?
“Hoewel mensen doorgaans emotioneel zijn, proberen wij ons daar niet teveel door te laten beïnvloeden. Anders kunnen we ons werk niet doen. Ik ga niet doen of ik ook verdrietig ben, als dat niet zo is. Daar prikken mensen ook zo doorheen. Ik ben ik en ik erken het verdriet van de ander. Geef er ruimte voor en luister naar de verhalen van de nabestaanden. Daar vraag ik ook naar omdat ik weet dat men er graag over vertelt en omdat het mij inzicht geeft in de mens met wie ik te maken heb”.
“Bij het regelen van de uitvaart gaan we eigenlijk in hoofdlijnen de uitvaart uitstippelen, bijvoorbeeld dag en tijdstip bepalen van de uitvaart. We proberen wel gelijk een beeld te krijgen hoe die uitvaart er ongeveer uit zal zien. De dagen erna wordt steeds duidelijker hoe we de plechtigheid of dienst inhoudelijk gaan doen qua muziek, foto’s of sprekers. Ik geef de familie ruim de tijd om goed over bepaalde dingen na te denken. Beslissen hoeft niet gelijk bij het regelen van de uitvaart. We hebben tussentijds regelmatig contact en maakt de familie gebruik van een familiekamer, dan zien we ze dagelijks. Even gemoedelijk bij elkaar zitten om nog wat dingen door te nemen. Dat laatste is belangrijk. We proberen om de familie stap voor stap mee te nemen in wat er komen gaat. Ze mogen niet verrast worden door wat er op de dag van de uitvaart gaat gebeuren. Alles moet vooraf duidelijk zijn. De familie mag bijvoorbeeld mee naar de ovenruimte in het crematorium en ze mogen erbij zijn dat hun dierbare wordt ingevoerd in de crematieoven. Daar bereiden we ze heel goed op voor, zodat ze niet voor verrassingen komen te staan en precies weten wat er komen gaat. Duidelijkheid vooraf, dat helpt”.
6. Welke rol spelen muziek, symbolen en rituelen bij uitvaartdiensten (en crematies)?
“Muziek speelt een enorme rol tijdens een uitvaart, we zien heel langzaam de geijkte top 10 van uitvaartmuziek verdwijnen en we luisteren naar muziek die bij de overledene past of zelf heel mooi vond. Symbolen en rituelen zien we vaak bij de gelovigen, met name de R.K. Kerk heeft veel rituelen, die in stand worden gehouden. Maar elke kerk en elke gemeenschap (en dat zijn er meer dan je zo zou denken) heeft zijn eigen rituelen en gebruiken. Die met elkaar verwarren, is zeer onwenselijk”.
7. Hoe ziet een typische dag in uw werk eruit – als er al zoiets bestaat?
“We beginnen ’s morgens met het hele team met een bakkie koffie en praten over van alles en nog wat. Dan hebben we tijd voor elkaar en voor de mens achter de uitvaartleider. Ook nemen we de dag even door. Wat er allemaal moet gebeuren, zowel de uitvaarten die gepland zijn als ook wat er allemaal moet gebeuren in het Uitvaarthuis”.
“Soms ben je druk met een aantal uitvaarten en soms niet, dan is er nog genoeg administratief werk, maar ja, in ons werk kun je nog geen minuut vooruitkijken. Zo is het rustig en binnen een half uur komen er 3 meldingen van overlijden binnen. Dan gaat een dag er in één keer heel anders uitzien. We zijn veel in gesprek met de nabestaanden om wensen en mogelijkheden af te stemmen. Veel in gesprek met de organisaties om ons heen: crematorium, gemeente, begraafplaats, verzorgteam, horeca, kosters etc.”.
“Soms ben je druk met een aantal uitvaarten en soms ook niet, dan is er nog genoeg administratief werk, maar ja, in ons werk kun je nog geen minuut vooruitkijken. Zo is het rustig en binnen een half uur komen er 3 meldingen van overlijdens binnen. Dan gaat een dag er in één keer heel anders uitzien”.
8. Wat zou u mensen aanraden om nu al te regelen of bespreken, zodat nabestaanden later minder zorgen hebben?
“Het vóórbespreken van uitvaarten komt steeds meer voor, soms kan het nog jaren duren voor iemand te komt overlijden, soms weken, soms dagen en soms een dag. Wij hebben daar speciale boekjes voor ‘mijn laatste wensen’. Hierin kun je alles noteren wat je zelf graag wilt, je eigen uitvaart betreffende”.
9. Zijn er in Almelo en omgeving nog bepaalde tradities die van invloed zijn op de manier van afscheid nemen?
“Noabers zijn heel specifiek voor Twente, maar hun rol wordt langzaamaan minder. Wat ze soms nog wel doen is het eventueel schrijven van enveloppen en het helpen bij de condoleance als deze bij de overledene thuis wordt gehouden. Eventueel wordt het voorlopen bij de rouwstoet vanaf de boerderij en het dragen van de kist nog gedaan door de noabers. Het is mooi dat dat er nog is”.
10. Wat geeft u zelf de meeste voldoening in dit beroep, ondanks de zwaarte die het soms met zich meebrengt?
“De dankbaarheid van de familie houdt ons op de been. Het kan een zwaar beroep zijn, met name dan uitvaarten van kinderen, een ouder van jonge kinderen, maar ook het verdriet van een oude man die zijn vrouw moet missen, waarmee hij 60 jaar samen was, hakt erin. Je gaat dagelijks om met verdriet van andere mensen en daar moet je goed mee om gaan. Wel meeleven maar er niet mee leven, hetzelfde woord met iets andere betekenis. Je moet het fijn vinden om andere mensen te kunnen helpen en troost te kunnen bieden. Iets voor anderen te kunnen betekenen als diegene in een moeilijke periode in zijn/haar leven zit. Als je dat kunt dan kun je dit werk met liefde en passie doen”.
“Ik zit volgend jaar al 40 jaar in dit vak, als ik het beroep niet zo mooi had gevonden, dan had ik al lang wat anders gedaan”.