Niels Meijer (33) van Bakkerij Deterd vertelt over zijn werk, zijn liefde voor het vak en waarom chocolade de grootste uitdaging blijft.
1) Wanneer begint jouw dag en wat doe je als eerste?
“Om zes uur ’s ochtends, dus de wekker gaat al om vijf uur. Dan beginnen we met de winkel af te maken, gebak af te werken en bestellingen klaar te zetten. Gebakjes op de plaat, slagroom, fruit, chocolade erop … en de taarten voor de bestellingen afmaken.”
2) Wat is jouw specialiteit als banketbakker?
“Desserttaartjes. Luxe gebakjes met chocolademousse of bavarois, vaak met verschillende vullingen binnenin. Dat is echt mijn ding. Niet altijd wat je in de winkel ziet, maar net wat chiquer. En wat ik zelf het lekkerste vind: een vruchtengebakje, of gewoon een klassieke slagroompunt. Simpel, maar altijd lekker”.
3) Hoe reageren klanten op jouw creaties?
“De ene keer enthousiast, de andere keer vinden ze het ‘te luxe’. Soms kennen mensen de smaken nog niet. Maar als ik iets eenvoudigers maak, vinden ze het vaak fantastisch. Je leert te maken wat mensen waarderen”.
4) En het mooiste compliment dat je ooit hebt gekregen?
“Dat ik altijd dezelfde kwaliteit lever. Of je vandaag iets koopt of volgende week: het smaakt altijd hetzelfde. Dat vind ik belangrijk. Je mag best eens uitschieten naar boven, maar nooit naar beneden”.
5) Wat zou je maken als de burgemeester van Almelo jarig was?
“Een taart met chocolademousse en fruit, lekker luxe maar toch vertrouwd. Chocolade met aardbei of rood fruit werkt altijd goed. En misschien zou ik er de ruiten van Almelo als decoratie in verwerken.”
6) Hoe zwaar is het werk in de decembermaand?
“Dat is werkelijk topsport! Lange dagen, veel bestellingen: kerstbroden, amandelstaven, speculaas, kersttaarten. Dan is het belangrijk goed te eten, genoeg te slapen en fit te blijven. Het mooiste moment is als alles klaar is en je denkt: het is weer gelukt.”
7) Wat is het moeilijkste product om perfect te maken?
“Chocolade. Als de temperatuur maar een halve graad afwijkt, kan het misgaan. Dan wordt het niet hard, niet krokant of bederft sneller. Het is precisiewerk — ervaring speelt daarin een grote rol”.
“En nog iets: hygiëne is in ons vak ontzettend belangrijk. Omdat je met veel dingen kruisbesmetting kan krijgen. Kruisbesmetting is dat je een ander product dat iets bedorven is, of iets ouder is, in contact brengt met een nieuw product. Dan is het nieuw product ook al gelijk heel oud. Binnen een half uur heeft dat hetzelfde. Dus regelmatig je handen wassen is het allerbelangrijkste. En twee keer per jaar krijgen we dan overal controles op. Dus dat is alleen maar een goede zaak, want je hebt natuurlijk ook met de volksgezondheid te maken. Ja, het houdt ons ook scherp, dus dat is goed”.
8) Wat zou je jongeren willen meegeven die niet weten wat ze willen worden?
“Ga ontdekken waar je interesses liggen. Zoek filmpjes, loop eens een dagje mee bij een bakker. Vraag het gewoon. Wij staan vaak te springen om stagiaires. En als je gemotiveerd bent, maak je kans op een hele leuke en afwisselende baan. En bij Deterd werken is gewoon elke dag een feestje”.
“En als je vraagt waar ik bij stagiaires op let: dat ze inzet tonen, ook al kunnen ze het (nog) niet heel goed, maar wel heel veel inzet tonen, dat vind ik fantastisch. Zorg voor goede kleding, op tijd komen, het plezier in het vak hebben. Als ze dat hebben, dan hebben ze al een voldoende bij mij. En gewoon je best doen. Dat is het allerbelangrijkste”.
9) Wat is jouw droom voor de toekomst?
“Nieuwe producten ontwikkelen, experimenteren met gezondere varianten — misschien minder suiker. En wie weet ooit een echt Almeloos ruitentaartje bedenken. Een gebakje dat typisch Almelo ademt, dat lijkt me wel wat ha ha.”
10) Tot slot, Niels, wat is jouw levensmotto?
“Wees sociaal in je beroep en andere mensen, maar heb ook heel veel plezier”. En wat versta je dan precies onder plezier? “Je bent elke dag met mensen hier aan het werk, die zie je misschien meer dan thuis. Dus wees ook aardig tegen elkaar, maar maak ook een geintje met elkaar. Want het is allemaal serieus genoeg, het is meer dan alleen werk”. En zou dat ook de oplossing voor de rest van de wereld kunnen zijn? “Ja, honderd procent. Het hoeft allemaal niet zo serieus te zijn. Het mag soms wel iets losser”.
