10 vragen aan … Harry Spies, vrijwilliger bij het Heracles Museum

vandaag om 07:31 Aangepast vandaag om 07:55 3 minuten leestijd

Harry Spies is één van de zes vrijwilligers (drie staan er op de foto) die zorg dragen voor het Heracles Museum. Daar bewaart én bewaakt hij samen met anderen de rijke historie van de club. “Een club met zo’n rijke historie moet je koesteren,” zegt hij. Almelo1 stelde hem 10 vragen. 

1) Wat is het Heracles Museum eigenlijk?
Het is een museum waar de geschiedenis van onze club, de rijke historie van Heracles, te zien is in allerlei spullen en memorabilia.”

2) Wat is er allemaal te bewonderen?
De oudste stukken dateren van 1903. We hebben de kampioensmedaille van 1927 en 1941, de kampioensschalen van latere jaren, foto’s, programmaboekjes, heel veel shirts, oude voetbalschoenen, noem het maar op en we hebben het.”

Kampioensmedaille

3) Hoe lang bestaat het museum al?
Eigenlijk al veel langer. Het zat vroeger op de wandelgangen bij de businessruimte. Maar bij de nieuwbouw van het stadion kreeg het een prominente plek. Vlak voor de opening van het stadion heeft Jan Smit (oud-voorzitter) dit museum geopend.”

4) Is er bij de bouw van het stadion rekening gehouden met het museum?
Ja, we hebben een prachtige plek gekregen: meteen rechts bij de ingang. Je hoeft niet eens door de tourniquets, je hoeft dus ook geen wedstrijdkaart te hebben om het museum te bezoeken.”

5) Waarom is het museum opgericht?
Een club met zo’n rijke historie moet je koesteren, zoals ik zei. Het verbindt mensen. Op vrijdagmiddag komen er bezoekers, we drinken koffie, praten over de geschiedenis. Oud-spelers vinden het leuk om terug te kijken naar hun tijd bij de club, supporters halen herinneringen op.”

Kampioenselftal

6) Wanneer is het museum open?
Op iedere eerste vrijdag van de maand van 14.00 tot 16.00 uur, en bij iedere thuiswedstrijd. Groepen of mensen die van ver komen kunnen een mail sturen naar museum.herakles.nl – vaak openen we dan ook buiten de vaste tijden.”

7) Wie zijn de bezoekers?
Heel divers: van heel jong – bijvoorbeeld de kleinzoon van Koos Knoef – tot oud, want Koos zelf kwam ook met zijn vrouw. En steeds vaker zien we oud-spelers langskomen. Dat is erg leuk.”

8) Hoe reageren de bezoekers?
Vaak heel positief. In ons gastenboek staan prachtige verhalen. Mensen zijn verrast door de collectie en de ruimte: het ademt echt Heracles. Met 3 à 4 wisselexposities per jaar zorgen we dat er altijd iets nieuws te zien is.”

Enkele iconen van Heracles Almelo

9) Wat zijn de pronkstukken van het museum?
Dat verschilt per persoon. Zelf vind ik de kampioensmedaille van 1927 geweldig – bijna 100 jaar oud. Ook de notulen van bestuursvergaderingen uit 1916 zijn fantastisch om te zien. Hoe dat toen werd bijgehouden, dat is puur genieten.”

10) Lukt het nog steeds om de collectie uit te breiden?
Ja, bijna wekelijks. Onlangs kregen we plakboeken en een fotoalbum van Hans Roordink, een reeks ingebonden jaargangen van Hiep Hoi van Jasper Smit, en Koos Knoef bracht een prachtige foto van het kampioenselftal van zijn vader Jo (1933-1934). Er komt steeds weer wat binnen, en daar zijn we heel blij mee”.

Tot slot: “Aan iedereen die nog nooit is geweest zou ik willen zeggen: kom een keer kijken en laat je verrassen”, aldus Harry.

⚽ Museum Heracles is te vinden bij de hoofdingang van het stadion. De toegang is gratis.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via info@almelo1.nl.